Het afgelopen jaar werden we meerdere keren opgeschrikt over het nieuws dat er een kind uit een stoeltjeslift was gevallen. Ook begin deze maand viel er een 5 jarig jongetje uit een skilift vanaf maar liefst 9 meter hoogte. Gelukkig ging het bij geen van de ongelukken om kinderen die skiles hadden. Maar als skileraar stopt je instructie niet op de piste, hoe je een skilift gebruikt is net zo belangrijk.
Veiligheidsmaatregelen
Er worden steeds meer veiligheidsoplossingen ontwikkeld die het voor kinderen veiliger maken in een stoeltjeslift te zitten. In september publiceerde we een artikel over de Magnestick, een systeem waarbij kinderen letterlijk vast zitten tegen de rugleuning van de lift. Ook doormiddel van speciale kindertoegangspoortjes, waarbij de kinderen goed geholpen kunnen worden door het liftpersoneel, grote lichtbalken, die aangeven wanneer de liftbeugel geopend mag worden en beugels die tussen de benen sluiten, waardoor het bijna onmogelijk wordt om uit de lift te glijden, proberen skigebieden hun liften veiliger te maken. Helaas worden deze toepassingen nog lang niet in alle skigebieden toegepast, laat staan in alle liften, en werken ze alleen als de kinderen weten hoe ze er mee om moeten gaan.
Het onbekende
Als skileraar heb je al duizenden keren in een stoeltjeslift gezeten en hoef je over het in- en uitstappen niet meer na te denken. Voor kinderen die voor het eerst op wintersportvakantie zijn is het gebruiken van een stoeltjeslift alles behalve vanzelfsprekend. Voor de kleinere kinderen is de lift om te beginnen al te hoog. Instappen lukt alleen wanneer ze door een volwassenen worden opgetild en in de lift worden gezet. Ze zijn te klein om de beugel te sluiten en hun voeten reiken niet tot de voetsteun. Hoe ze de lift moeten gebruiken, en nog belangrijker, hoe zich moeten gedragen, leren ze tijdens de skiles.
Uitleg
Kom je met een groep volwassen skiërs voor de eerste keer bij de stoeltjeslift dan volstaat het om een goede uitleg te geven. Na één keer oefenen snappen ze wat ze moeten doen en hoef je je hier als skileraar geen zorgen meer over te maken. Bij kinderen doe je er verstandig aan om er meer tijd aan te besteden en er zeker de eerste paar keer goed bij te blijven. Ze zijn tenslotte jouw verantwoordelijkheid.
De eerste keer aangekomen bij de stoeltjeslift neem je de groep mee langs de rij zodat ze het instappen bij andere kunnen zien. Als de kinderen aan het kijken zijn leg je ze uit wat ze moeten doen en wat je van ze verwacht: Klaarstaan bij het poortje, snel en goed naar voren lopen, achterom kijken en goed tegen de rugleuning aan gaan zitten. Na je uitleg vraag je de kinderen een aantal controlevragen zodat je er zeker van bent dat ze weten wat ze moeten doen. Je mag er vanuit gaan dat de kinderen geholpen worden bij het instappen door het aanwezige liftpersoneel, maar zorg er toch voor dat je vooraan staat zodat je een extra oogje in het zeil kunt houden en je er zeker van bent dat er een volwassene naast jou kinderen zit.
Tijdens de liftrit en het uitstappen
Kleine kinderen zullen één voor één in de lift worden gezet naast een volwassene. Ga er niet vanuit dat de volwassene het kind in de gaten houdt, het kan ook zijn of haar eerste keer zijn. Leg ze duidelijk uit wat je van ze verwacht wanneer ze in de lift zitten. In de lift zit je met je billen tegen de rugleuning, houd je je handen aan de beugel zodat je niet onderuit zakt, je kijkt voor je uit en je voeten hoeven niet op de voetensteun. Wanneer kinderen onderuit gezakt zitten, zich omdraaien of met hun voeten de voetsteunen op zoeken komen hun billen dicht bij de rand wat het gevaar op wegglijden vergroot.
Bedenk dat je de kinderen, zodra ze in de lift zitten, niet meer kunt helpen. Boven aan de lift staat het liftpersoneel klaar om je kinderen uit de lift te halen, maar wat moeten ze dan doen? Spreek voor het instappen met de kinderen af waar ze boven op jouw moeten wachten. Neem hiervoor een groot en duidelijk voorwerp wat ze niet kunnen missen. Er zijn skigebieden die hiervoor speciale borden hebben geplaatst.
Leg alleen uit wat ze ‘wel’ moeten doen
Voor ouders en skileraren zijn de eerste liftritten vaak een spannend moment. De meeste kinderen hebben hier helemaal geen last van. Leg daarom alleen uit wat de kinderen moeten doen en vertel er niet bij wat er allemaal fout kan gaan als ze dat niet doen. Laat ook de handelingen die ze ‘niet’ moeten doen achterwege. Het is bekend dat kinderen het woord ‘niet’ niet goed opslaan, waardoor de kans bestaat dat ze wanneer ze ‘niet’ met hun voeten op de voetensteun mogen steunen ze dit juist wel proberen te doen omdat alleen het woord voetensteun hun is bijgebleven.
Kinderen zijn een risicogroep
We moeten in het bijzonder bij kleine kinderen extra veel aandacht aan de lift besteden. Kinderen onder de 1,25 meter bevinden zich in de gevarenzone. Ze kunnen eenvoudig onder de beugel door glijden als het ze niet lukt om goed in de lift te gaan zitten. De Internationale Organisation für das Seilbahnwesen (Oitaf) adviseert: kinderen die kleiner dan 1,25 meter zijn mogen alleen onder begeleiding van een volwassenen in een stoeltjeslift. Er mogen niet meer dan twee kinderen, kleiner dan 1,25 meter , naast elkaar zitten. De ouders of een persoon aangewezen door de ouders (skileraar, vrienden) is verantwoordelijk voor de kinderen. Aan de andere kant heeft de liftmaatschappij ook een grote verantwoordelijkheid als het gaat om het veilig gebruikmaken van de liften. Liftpersoneel moet bijzonder nauwkeurig te werk gaan als één of meerdere kinderen onder de 1,25 meter de lift betreden.