Leuk, zo’n ski onder je voeten, maar weet jij waar alles voor dient? We trekken een ski uit elkaar en bespreken de vormen. We werken de ski af van voren naar achteren, kijken even wat we tegenkomen. Hightech materialen en opbouw dienen alleen maar voor een verbetering van vormbehoud en glijvermogen, die bespreken we misschien een andere keer. Vandaag kijken we naar die puntige voorkant.
Waarom een scoopline?
Leg een houten plint op de grond neer en schuif deze naar voren, bij de kleinste oneffenheden blijft-ie waarschijnlijk hangen; de voorkant is niet naar boven gebogen zoals bij een ski. Aha, reden nummer 1 dat we een opgebogen punt hebben.
Verder…
We pakken er een plint bij met een gebogen punt. Beide plinten leggen we neer bovenop wat poedersneeuw en schuiven ze naar voren. Zonder gebogen punt ploegt de plint de sneeuw voor zich uit en duikt uiteindelijk onder de druk naar beneden. Met gebogen punt ploegt de plint de sneeuw een beetje voor zich uit maar gaat er vervolgens overheen en blijft bovenop. Handig! Punt 2: ‘auftrieb’ heet dit (hiervoor hebben we geen vertaling in acceptabel Nederlands, opstuwing o.i.d., maar dat is te moeilijk). Auftrieb werkt altijd vanuit de ski gezien direct naar boven.
Punt 3 heeft te maken met dat vooruitduwen van sneeuw, de zogenoemde ‘bremswirkung’ of remwerking. Pak een plank en duw deze onder een 90° hoek door je badkuip, gaat zwaar en verplaatst veel water. Pak diezelfde plank en doe het met een 20° hoek, gaat snel en verplaatst weinig water, je merkt ook dat je de plank makkelijk ‘uit het water duwt’. Hoe steiler de punt, hoe meer remwerking. Hoe meer remwerking, hoe meer een ski – duh – remt. Remwerking werkt altijd naar achter.
Goed, punt 4. Pakken een plint met een korte opgebogen punt en een lange opgebogen punt erbij. Allebei even hoog, maar de lengte waarover ze naar boven buigt verschilt. Ceteris paribus, ofwel al het andere blijft hetzelfde. Pas op, dit is geen rocker, dit gaat over de ‘scoopline’. We schuiven ze weer naar voren door de sneeuw. De lange, relatief vlakke punt glijdt makkelijk en snel, schuift weinig sneeuw voor zich uit. De korte, steile punt gaat stroever, langzamer, schuift meer sneeuw voor zich uit. Dit is in extrema het verschil tussen een downhill ski (‘lang’, vlak) en een slalom ski (kort, steil).
Pak een willekeurige plint met opgebogen punt, leg deze in de sneeuw en druk de linkerkant een beetje naar beneden. Duw nu gelijktijdig de ski naar voren. De plint maakt langzaam een bocht. Laten we even heel duidelijk zijn, punt 5, een ski maakt een bocht door de scoopline. Taillering helpt, maar heeft druk, auftrieb en remwerking nodig; komt in een latere blog nog uitgebreid aan bod.
Waarom maakte die ski een bocht? Ok, you’ve asked for it!
Denk terug aan punt 2, auftrieb, en punt 3, remwerking. Teken een ski en het punt waarop de ski voor het eerste de sneeuw raakt aan de voorkant. Teken nu – vanaf het punt van aanraken – een pijl langs de ski naar de achterkant en een even lange pijl recht omhoog. De pijl naar achter is de remkracht (0°), de pijl naar boven de auftrieb (90°). Deze twee krachten werken gelijktijdig op de ski en hebben in dit geval een gelijke kracht (pijlen zijn even lang).
Al combineren we deze pijlen en nemen het gemiddelde komt dit uit op een lijn van ((0°+90°)/2)=45° uit het punt van aanraken naar achteren. Dit noemen we de Schaufelkraft, de schepkracht. Hoe meer remwerking, hoe meer de schepkracht naar achteren; hoe meer auftrieb, hoe meer schepkracht naar boven. Voor de beeldvorming heb ik ook een drietal voorbeeldjes getekend.
De schepkracht zelf werkt – bij vooruitgaan en t.o.v. de ski – altijd loodrecht naar boven en naar achter. Als je een ski dus onder een hoek in de sneeuw zet werkt de schepkracht nog steeds loodrecht omhoog t.o.v de ski, maar daar de ski scheef ligt werkt de schepkracht naar links of rechts. Een richtingverandering is geboren, genaamd ‘Ablenkung’, punt 6. Hoe groter de hoek, hoe groter de Ablenkung.
Ben je er nog??!
Wie weet eigenlijk hoe de omtrek van de punt van de ski heet en waarom dit interessant is?
Let op. Dit is een zwaar versimpelde uitleg van de wetenschappelijke approach! Hier komen nog heel veel factoren bij die te maken hebben met sneeuwdichtheid, druk, zwaartekracht (op het schuine vlak), stijfheid.