Het leven van een sneeuwsportleraar. Velen hebben daar vast en zeker een bepaald beeld bij en de sneeuwsportleraren zelf spreken daar hoogstwaarschijnlijk alleen maar lovend over. Leuke en schattige kinderklasjes, toffe privégasten, mooie uitzichten over bergtoppen, vrije skidagen, après-ski en nog veel meer! Maar geen enkele baan is perfect en zo heb je ook als sneeuwsportleraar wat dingetjes die je kunnen irriteren. Hierbij heeft gastblogger Zhulya een aantal irritaties op een rijtje. Welke herken jij?
1. Ouders/partners/vrienden die…
….Elke dag vragen of de betreffende leerling al parallel skiet:
Ehm, nou nee. Dat leren ze niet in één dag. En als ik u daarnet naar beneden zag komen, leert men dat ook niet in 10 jaar…
…. Vinden dat de betreffende leerling wel in een hoger groepje zou kunnen skiën. Soms terecht, maar soms ook niet. Toeristen associëren snel skiën vaak met goed skiën zonder te letten op enige techniek en houding. Terwijl het kunnen skiën in een bepaald spoor en tempo ook een kunst is…
2. Kinderen die midden op een lange afdaling opeens heeeeeeel nodig moeten plassen.
Sommige mensen hebben nou eenmaal kleine blaasjes. Je hebt altijd kids of volwassenen in je groepje die (vermoeiend) vaak moeten plassen. Echter komen ze vaak met die melding als het al te laat is. Met 10 pizza skiërs race je namelijk niet een halve dalafdaling naar beneden om naar de wc te gaan. Dan maar naast de piste…
Gratis tip van de dag: grijp het wc-moment na de lunchpauze met beide handen aan. Laat alle leerlingen een gedwongen bezoekje brengen aan de wc, dat scheelt je een hoop gedoe ;).
3. Leerlingen die in de sleeplift niet netjes in het spoor blijven skiën.
Bij elke sleeplift staat het: “In der Schleppspur bleiben.” Toch zijn er altijd leerlingen die rebels zijn en uit volle kracht bochtjes gaan maken. De drie meest bekende scenario’s voor ons Sneeuwsportleraren:
- Een kind dat huilt of een volwassene die angstig kijkt omdat hij/zij gevallen is, vervolgens in het spoor blijft liggen tot jij voorbijkomt. Langzaam wordt de blik eerder hoopvol: ”neem me mee!”. (”ik had ook maar 100 keer gezegd dat je in het spoor moest blijven. Zucht.’’)
- Iemand die het grappig vindt, naar de zijkant kruipt en wacht tot jij weer met de groep naar beneden skiet. (“Daar gaat mijn timemanagement.” Dit gebeurt natuurlijk altijd op het moment dat je nog maar tijd had voor één rondje sleeplift).
- De leerling die na het vallen zelf opstaat en gelijk weer naar beneden skiet om de lift weer in te gaan terwijl je had afgesproken dit niet te doen… (“Zucht. Are you kidding me?”)
4. Mensen die op de piste door je groep heen skiën.
Oké, sommige leraren skiën heel onhandig, lekker breed over de hele piste heen. Maar soms komen er snelheidsduivels voorbij die dan op een haartje na net niet je halve groep lanceren omdat ze of niet uitkijken of omdat ze gewoon asociaal voorbij scheuren. Niet alleen vervelend, ook heel gevaarlijk. Piste politie??? Het helpt vaak wel als je de mensen direct kort, krachtig maar beleefd even aanspreekt. Dan beseffen ze zich vaak wel dat zij fout zaten.
5. Mensen die anderen niet helpen opstaan nadat ze gevallen zijn.
De beginnende skiër in jouw klasje – jong of oud, maakt niet uit – kan vaak de kracht nog niet vinden om zelf op te staan. Ondertussen skiën er genoeg mensen langs, wordt jouw leerling hier en daar nog even gesprayd met wat sneeuw. ”Thanks voor je hulp man! Top!” –> NOT!
Een positief puntje: de workout kun je weer afvinken voor die dag. Een bekend tafereel voor ons allemaal denk ik?
6. Leerlingen die niet goed of onhandig zijn aangekleed.
- Een broek met bretels met daarover 10 lagen kleding is warm, maar niet praktisch: succes als ze naar de wc moeten.
- Leerlingen zonder buff, Sturmhaube en goede (ski)bril: deze onderdelen van een skioutfit zijn onmisbaar.
- Leerlingen die een jas/broek aan hebben die niet bedoeld is voor de wintersport. Bijvoorbeeld zonder goede zakken: niks vervelender dan een leerling die de skipas is verloren.
- Een leerling die zijn/haar telefoon ergens ver weg heeft gestopt. Vermoedelijk onder tien lagen kleding omdat de accu niet bestand is tegen kou. Maar vervolgens wel om de tien minuten een foto wil maken van het uitzicht. Pffffff… Wachten. Is. Saai.
7. Kinderen die sneeuw eten tijdens het skiën.
Even een hapje sneeuw? Prima. Maar niet tijdens het skiën. Want skiën met de handen aan de grond met het gezicht gericht naar de piste is niet handig. Als de verleiding toch te groot is kun je een kettingbotsing op ski’s verwachten. Eén keer raden wat jij dan mag doen… Genau, alle kinderen weer omhoog helpen. Workout 2.0: check! En vaak op dit soort momenten komt net je chef voorbij skiën die dan heel leuk roept: Super gemacht! Seeehr gut! Jup… Timing wel.
8. Leerlingen die tijdens het skiën of in de liften handschoenen uittrekken of stokken loslaten.
Workout 3.0 + timemanagement probleempje?
Als dit gebeurt hoop je ten eerste dat het op de route is van waar je heen wou skiën en ten tweede dat de handschoen of de stok gevallen is op een plek waar je ook met je groep kunt komen. Met beginners in de pizzapunt ski je niet even de zwarte piste naar beneden, of nog mooier: off piste.
9. Kinderen die niet luisteren en opeens verdwijnen #Paniek
Sommige kinderen dwalen af met hun gedachten en raken de groep kwijt, anderen gaat het nooit snel genoeg en skiën weg en sommigen zijn zat van de skiles en willen naar mama en papa. Ik ben zelf gelukkig nog nooit een kind kwijtgeraakt. Maar mocht het jou een keer overkomen, dan lees je in “HELP, een kind kwijt… En nu?!” van blogger Nádja wat je dan het beste kunt doen.
10. Kinderen die de hele tijd vragen:
- Om stokken.
- Waarom we alweer stoppen of wanneer we eindelijk mogen stoppen.
- Hoe lang de les nog duurt of wanneer de volgende pauze is.
- Of het niet wat sneller kan.
- Of ze meteen achter je mogen skiën.
Hier hebben we een fijne tip voor: veel skischolen hebben hesjes voor kinderen in een klasje, vaak voorzien van een nummer. Laat kinderen regelmatig op nummer achter je skiën. Niet alleen omdat dit handig is, ook komt elk kind dan op elke plek in jouw treintje. En dan om de zoveel tijd roep je: “Jetzt ist die 2 dran! Oder die 4, 7, 8…’’) - Of ze naast je in de lift mogen (gevalletje zie het vorige punt).
- Wanneer ze weer Gummibärchen krijgen.
Als het aan de kinderen ligt niet vaak genoeg! - Waarom we de hele tijd oefeningen moeten doen.
Tja… Als het aan ons lag deden wij ook alleen maar aan gemütlich skifahren of aan einfach runtersausen. Echter hebben wij niet voor niets de opleiding gevolgd en betalen jullie (ouders) niet voor de lol. - Wanneer we van de zwarte piste of buiten de piste gaan skiën.
Ehm, nou nu even niet… (kinderen die vragen worden overgeslagen! 🙂 ).
Wat hebben we het zwaar als sneeuwsportleraar hè?! Maar als ik zou moeten kiezen tussen een een skidag van 9 tot 3 of een kantoordag van 9 tot 5, is de keuze zeer snel gemaakt. Het leven van een sneeuwsportleraar is gewoonweg fantastisch en voor 99,999% perfect 😉