Als skileraar heb je vaak te maken met gasten die last hebben van blessures. Veel skiblessures zijn te wijten aan een slechte voorbereiding. Een week lang intensief sporten na een jaar lang niks doen verhoogd de kans op blessures aanzienlijk.
34,7% van alle wintersport gerelateerde blessures zijn knieblessures. Gevolgd door schouder (18,7%), romp (10,4%), heup en bovenbeen (6,7%) en hoofd (6,6%). De meest voorkomende zware knieblessure bij wintersporters is het afscheuren van de voorste kruisbanden.
Vrouwen vaker dan mannen
Vaak worden knieblessures veroorzaakt door vallen waarbij er een voorwaartse draaibeweging wordt gemaakt en de skibinding niet snel genoeg open gaat. Vrouwelijke skiërs hebben vaker te maken met deze blessures dan mannen. Het aantal kniëblessures bij vrouwen is 44,4%, bij mannen 28,2%. De oorzaak hiervan is dat vrouwen in vergelijking tot mannen minder spierkracht hebben in de bovenbenen en een zwakkere band sterkte. Deze ‘zwakte’ laat zich met de nodige spier- en gewrichtentraining verminderen.
Skiles
Tijdens de skiles leer je je gasten te skiën met zo min mogelijk lichamelijke inspanning. Met een goede skitechniek worden spieren en gewrichten ontlast wat het ontstaan van blessures voorkomt. Een goede voorbereiding en skiles op de wintersportbestemming is daarom aan te raden aan iedereen die in het dagelijks leven weinig tijd voor sport heeft. Adviseer je gasten daarom het volgende:
Voor de wintersport
– 2-3 keer in de week 30 minuten skigymnastiek om de bewegelijkheid en spierkracht te verbeteren. Of 6 tot 12 wekelijkse skilessen volgen in Nederland.
– Skiuitrusting een servicebeurt laten geven: slijpen, waxen, bindingen laten afstellen.
Tijdens de wintersport
– Skiles nemen bij de plaatselijke skischool
– Snelheid, piste keuze, uitrusting en kleding aanpassen aan het skiniveau
– Voldoende eten, drinken en het nuttigen van alcohol vermijden om het concentratievermogen niet te verliezen
– Gebruik een goede ski- of zonnebril aangepast op het weertype
– Vermoeidheidsverschijnselen in de gaten houden en hiernaar handelen
– Gevaren herkennen (ijs, diepe sneeuw) en de snelheid hierop aanpassen
