Het doel is totaal anders. Wij willen met onze techniek zo gecontroleerd mogelijk naar beneden komen, waarbij we eventuele onvolkomenheden in de piste nog kunnen opvangen. Bij de race techniek is grofweg alles ondergeschikt aan tijd; maar het is uiteindelijk een techniek spelletje.
Hoe werkt het?
De krachten worden explosiever, groter, maar de wijze waarop centrifugale en centripedale krachten elkaar tegenwerken onder invloed van zwaartekracht en blablibloe, alles werkt verder hetzelfde. Buitenski neemt de grootste belasting, binnenski wordt meebelast. Bovenlichaam naar buiten, lichaam zwaartepunt laag tussen de ski’s, naar voren werken, binnenbeen naar achter trekken, hip down, lichaamspanning op 100. Opkanten gaat tot de schoen, kanten zijn geslepen met diamant op 87 of 88°, deels hangend of niet, beetje afgerond daar. Belag ist volgepropt met 2x rood en 1x geel, sneeuwtemperatuur is gemeten, structuur beoordeeld. Sorry, ik draaf door!
Nu even duidelijk…
Een ski kan je onder zijn radius skiën, je moet alleen weten hoe. Ski’s kunnen meer dan je denkt. Het gaat om de juiste lichaamshouding om dit te kunnen beheersen, en weten wat je kan verwachten. Ik bespreek hieronder heel kort wat jij kan doen om een ander gevoel te krijgen op je latten. Heb je hele goedkope ski’s, dan weet ik niet of die dit soort geweld volhouden of dat het überhaupt werkt, haha! Gewoon goed spul moet je sowieso hebben, goedkoop is duurkoop.
Carven met ‘auto-omkanten’
We gaan korte bochten carven, lekker sportief. Probeer aan het einde van de bocht, precies voordat je eigenlijk wil gaan omkanten je knieën nog een slag meer naar binnen te knikken cq je ski’s nog meer opkanten. Je zult merken dat de ski’s nog harder de bocht om willen gaan en onder je door schieten. Houd je bovenlichaam waar het is en laat je ski’s bergwaarts draaien. Doordat je lichaam een soort rechtdoor gaat en je ski’s bergwaarts draaien komt automatisch een kantenwissel en kom je in de volgende bocht.
Buitenbeen strekken
Bij onze methode van skiën zijn we altijd ‘bewegingbereid’, alles gebogen en aangespand. We vangen alle krachten op met onze spieren. Dit is niet zo slim, want we hebben botten, die worden niet moe en verzuren of verslappen niet tijdens een afdaling. Je gaat dus het volgende doen. Tijdens wat lekker lang carven ga je proberen je buitenbeen te strekken. Nieuwe bocht initialiseer je door op te staan. Let op dat je nog voorin je schoen blijft en je bovenlichaam boven je buitenbeen blijft!
Binnenbeen optillen
Buitenbeen strekken gaat aardig? Maak die houding extremer en trek je binnenbeen op. Zo krijg je je heup op de grond!
Binnenski naar achter
Optillen is ook meestal naar voren schuiven van de voet, hierdoor ontstaat Rücklage. Trek die schoen naar achter, scheendruk! Dit kan je ook oefenen bij het gewone carven; veel mensen roteren te veel mee waardoor de Schrittstellung te groot.
Pendelen
Probeer bij het carven, maar kan ook bij korte bochten, extra te pendelen om optimaal je flex van je ski te benutten. Pendelen is het actief naar voren bewegen in het eerste deel van de bocht en licht naar achter in het tweede deel van de bocht; op deze manier kan je optimaal schepkracht rebound opbouwen. Als dat wel lekker gaat kan je de volgende stap maken en wat air time pakken.
Springende kantwissel
Probeer je bochten zo kort en agressief te carven zodat je je kantwissel in de lucht hebt. Goed aan het eind van de bocht je knieën naar voren en naar binnen, denk aan het pendelen.
Veel plezier met uitproberen en denk eraan, die heup op de grond!
Nog een gouden tip: Hoe korter de radius, hoe groter het effect. Grote slagschepen hebben (veel) meer tempo, gewicht/druk nodig, maar doen uiteindelijk hetzelfde.