Zondagochtend 09.30 uur, ik meld mezelf op de verzamelplaats van de skischool, leg mijn ski’s en rugtas weg en help de eerste ouders met vragen en het verwijzen naar de juiste verzamelplek voor de kinderen. Er zijn op deze dag altijd veel opgeluchte gezichten als ik ze vertel dat ik Nederlands spreek en ook de Duitse ouders blijven langer plakken, omdat ze merken dat ik naast Nederlands ook een aardig woordje Duits spreek. Terwijl ik alle kinderen op de juiste plek zet en de ouders gerust stel (zo’n eerste ski dag is ook voor ouders spannend) loop ik nog even naar mijn eigen moeder en maak een praatje met haar. Net als de meeste ouders nemen mijn moeder en ik ook afscheid van elkaar, alleen dit jaar op andere manier, ik wens haar veel succes en we lopen beide naar onze eigen groep toe. Een beetje trots kijk ik nog een keer achterom, mijn moeder is vanaf dit jaar mijn collega skileraar!
De rest van de week is een vrolijke bedoeling, mijn moeder had een broertje en een neefje van twee kinderen uit mijn groep en we hebben ook vriend(inn)en in onze groepen die ‘s avonds samen spelen in het hotel. Dat resulteerde in een week vol gezwaai naar elkaar op de piste en lunchen in hetzelfde restaurant. Terwijl de week vordert en de gezelligheid toeneemt, komen er ook steeds meer vragen bij de kinderen, zeker als we met beide groepen in de gondellift staan. “Als jouw mama een mama is, ben jij dan ook een mama?” “Geeft jou moeder jou dan ook skiles?” “Waarom geeft jouw moeder skiles als jij al kan skiën?” stiekem moet ik een beetje lachen om de vragen. Ik geef de kids nog een snoepje in de gondellift en smokkel er zelf ook een paar in mijn eigen mond. De kinderen praten nog even verder met mijn moeder over mama’s en snoepjes. Ondertussen kijk ik uit het raam om een route te bedenken, als mijn oog valt op een andere skileraar, hij heeft de mascotte Bobo uit zijn rugtas hangen en de kinderen van onze groepen worden helemaal gek als ze die knuffel zien. Ik draai terug naar de groep en geef een paar instructies voor als we zo de gondel verlaten, ondertussen bedenk ik een plan om met mijn moeder Bobo te ontvoeren.
Het zit namelijk zo, mijn moeder en ik lijken niet alleen op elkaar, maar we denken ook vaak op dezelfde manier. Deze Bobo hield onze groepen al de hele week bezig, dus moesten wij met een plan komen om Bobo even voor ons zelf te hebben. Aan het einde van de lesdag zie ik Bobo liggen, de bijbehorende skileraar ruimt ondertussen kinderland op en er is niemand die ons kon verlinken in de buurt. Ik wenk naar mijn moeder en met een beetje afleiding hebben we Bobo in ons bezit. We hebben de grootste lol terwijl we Bobo vastbinden aan mijn moeders rugtas en in de skischool aangekomen vraagt de eigenaar of alles goed gaat, we geven aan niks te maken te hebben met de verdwijning van Bobo en de eigenaar begint ook de lachen. ‘s Avonds zitten we heerlijk aan tafel met Bobo als trofee in ons midden, het plan is geslaagd!
Vrijdag is de laatste skidag voor de meeste kinderen en omdat onze kinderen zo vol waren van Bobo had ik een kleine verrassing voor ze gepland. Vandaag mochten ze namelijk zelf als Bobo skiën. Omdat ik stiekem verliefd ben op deze vliegers deed ik er zelf ook een aan en vol trots en veel gelachen ‘vlogen’ we als echte Bobo’s over de piste. ‘s Middags ploffen we neer op een terrasje en genieten van de après-ski en een biertje, terwijl we de week nog even doorspreken. Het was een zware eerste week voor mijn moeder, omdat er zoveel op je af komt, maar ik was vooral heel trots op haar. Nu was ik als kind al een echte energiebom, maar deze week had ze 12 van deze bommetjes om op te letten. We proosten en genieten nog even van het zonnetje voordat de nieuwe lesweek weer aanbreekt.