Wat moet je doen als je in een lawine terecht komt? Zwem bewegingen maken? Weg skiën? Helaas werkt het niet zo makkelijk. Er gaan heel wat verhalen rond die helaas niet waar zijn. We hebben zes misverstanden over lawines op een rijtje gezet.
Misverstand #1: In een lawine kun je zwemmen
Al na een korte afstand kan een lawine een snelheid van 80 tot 100 kilometer per uur bereiken. Samen met duizenden kilo’s zware sneeuw valt men vaak in een rotsachtig terrein naar beneden. Bij zulke krachten hoef je niet te verwachten dat je in de sneeuw kunt zwemmen. Wat je wel altijd kunt proberen is aan de oppervlakte te blijven. Dat kun je doen door met je armen en benen te bewegen en voor je leven te vechten. Dat lukt alleen als je je van je skistokken, ski’s of snowboard kunt bevrijden.
Misverstand #2: Als ik in de buurt van de sporen blijf kan mij niks overkomen
Een heel gevaarlijke vergissing die vaak gemaakt wordt. Het feit dat er al sporen gezet zijn in de diepe sneeuw betekent nog niet dat de helling veilig is. Stel je een off-piste helling voor als een mijnenveld. De “hotspots” (zwakke punten in het sneeuwdek) zijn binnenin het sneeuwdek als mijnen in een mijnenveld. Tref je met je ski’s of snowboard het verkeerde punt onder de sneeuw dan breekt de hele helling af.
Daarbij komt dat het moeilijk in te schatten is onder welke omstandigheden de sporen zijn geskied. Uren later kan de lawinesituatie compleet veranderd zijn. Een bijkomend gevaar is dat skiërs en snowboarders opzoek blijven naar de onverspoorde poedersneeuw en daardoor naar de ‘gevarenzone’ gelokt worden.
Misverstand #3: Je kunt uit een lawine skiën
In uitzonderlijke gevallen zal het lukken de losgekomen sneeuwmassa met een rechte lijn naar beneden voor te blijven. In de meeste gevallen heb je helaas geen schijn van kans om een lawine op je ski’s of snowboard te verlaten. De sneeuw onder je komt plotseling in beweging. Het lijkt alsof iemand een tapijt onder je voeten weg trekt. Je komt hierdoor ten val en bent overgeleverd aan de sneeuwmassa.
Misverstand #4: Tussen de bomen kunnen geen lawines ontstaan
Klopt, maar alleen als het bos zo dicht begroeid is dat je er met je ski’s niet meer tussendoor kunt skiën. Hierdoor is het freeriden ineens niet meer zo leuk. Tussen de bomen ben je dus niet veilig voor lawines. Als regel geldt: Waar het lawinegevaar ophoud, is het skiën niet meer mogelijk.
Misverstand #5: Minder sneeuw betekent een kleinere kans op lawines
Door de jaren heen is te zien dat in de sneeuwarme winters boven gemiddeld veel ongevallen plaatsvinden. Hoe dunner het sneeuwdek hoe groter de kans op instabiele, gevaarlijke oude sneeuwlagen. Daarbij komt dat bij een dun sneeuwdek de belasting van een freerider direct op de zwakke sneeuwlaag terecht komt. Wanneer er struiken en rotsen boven de sneeuw uit steken moet dat als een gevaar worden gezien. De overgangen van weinig naar veel sneeuw moet consequent vermeden worden.
Misverstand #6: Waar ik kom is het niet gevaarlijk
Veel freeriders slaan een zorgvuldige voorbereiding over of laten de lawine-uitrusting zelfs thuis, omdat ze denken dat ze het gebied waar ze gaan freeriden goed kennen. Als het lawinegevaar zo duidelijk zou zijn zouden er geen ongevallen plaatsvinden. Niemand begeeft zich bewust in een levensgevaarlijke situatie. Het lawinerisico kan alleen door een correcte toepassing van een goede kennis en het vermogen te weten wanneer er beter kan worden omgekeerd geminimaliseerd worden. Ook op een route waar al vijftien jaar niks gebeurd is heb je geen garantie voor een veilige situatie onder de actuele omstandigheden.