Deze ouders kom je tegen als je skiles geeft (en hoe kun je hiermee dealen)

Als skileraar kom je gedurende het seizoen natuurlijk een heel veel kinderen tegen. En met de kinderen, krijg je er ook nog eens een heleboel ouders bij! De meeste ouders zijn relaxed en vinden het super dat jij hun kinderen die week mee de piste op neemt en zoveel bijbrengt. Maar je hebt er altijd ouders bij zitten met wie de communicatie iets minder soepel verloopt. In deze blog vertelt Lisanne welke soorten ouders je sowieso gaat tegen komen én hoe je hier mee om kunt gaan!

 

1. De ouders die constant bij de groep blijven (deel 1)

Iedere skileraar kent ze wel: de ouders die niet zijn weg te slaan bij jouw groep. Bij het trefpunt hoor je ze het vaak al zeggen: “Ik ski één rondje met jullie mee!”. Dit kan je ze natuurlijk niet verbieden, dus vol goede moed ga je richting de gondel. Eenmaal op de berg aangekomen heeft het kind al geen oog meer voor papa of mama, maar deze ouder houdt zijn kind goed in de gaten. Hij skiet niet op gepaste afstand achter de groep. Nee, deze ouder voelt zich onderdeel van de groep! Hij skiet als laatste in de rij en lijkt eigenlijk wel een uit de kluiten gewassen kind zonder hesje van de skischool… Na het eerste rondje lijkt het er niet op of hij van plan is zijn eigen weg te gaan, dus tijd om hem er vriendelijk op aan te spreken.

Hoe ga je hiermee om?

Natuurlijk begrijpen we dat het voor de ouders leuk is om hun kind te zien skiën. Geef echter gelijk aan dat één rondje achter de groep aan acceptabel is, maar dat ze daarna rustig hun eigen gang kunnen gaan. Als reden kun je zeggen dat het kind vaak afgeleid is als één van de ouders met de groep mee skiet, en zich daardoor niet goed kan concentreren op de oefeningen en het skiën met de groep. Ook als skileraar moet je de volle focus hebben op jouw groep, niet op de ouders. Uiteraard kun je laten weten waar je de rest van de dag te vinden bent, zodat ze aan de rand van de piste kunnen toekijken.

2. De ouders die constant bij de groep blijven (deel 2)

Dan heb je nog het type ouders dat er graag bij blijft omdat hun kind dat graag wil. Dit zie je vaak bij de allerkleinsten. Ze brengen hun kind naar de groep en tot zover lijkt het goed te gaan. Je neemt de kinderen mee naar de lift en opeens hoor je ze roepen. Het kind was papa en mama alweer vergeten, totdat ze opeens toch weer in beeld komen. Nog een knuffel en nog een kus en dan toch echt beginnen. Je gaat met de tellerlift naar boven en dan zijn de tranen weer opgedroogd. Ski je net lekker naar beneden, staan ze aan de zijkant te roepen! Daar komen te tranen weer… Wat nu?

Hoe ga je hiermee om?

Zeker als beginnende skileraar kan het lastig zijn om een ouders hierop aan te spreken. Echter is het belangrijk om de ouders te laten weten dat het voor het kind beter is om niet in het zicht te staan. Zeg tegen de ouders dat ze in dat leuke restaurant naast de piste prima een kop koffie kunnen drinken en vanaf daar hun kind in de gaten kunnen houden. Laat ze tegen hun kind zeggen dat ze even weggaan maar ze bij de lunch weer komen ophalen. Het kind wordt daardoor niet afgeleid door zwaaiende ouders. Dit geeft zowel voor het kind als voor de skileraar rust.

3. Ouders die je de hele week niet ziet

Deze ouders brengen op de eerste dag hun kind naar je toe, geven de je leskaarten en eigenlijk zie je ze de rest van de week amper meer. Hun kind wordt vaak met de shuttle van het hotel afgezet en gaat met diezelfde shuttle na de skiles weer naar het hotel. Ze blijven ook nog eens over, waardoor je eigenlijk geen idee hebt welke ouders er bij dit kind horen… Jammer, want ze kan je ze ook niet laten weten wat hun kind allemaal geleerd heeft.

Hoe ga je hiermee om?

Probeer ’s morgens bij het trefpunt toch één van de ouders kort aan de mouw te trekken. Laat weten wat je die dag allemaal gaat doen en vraag of zij zelf ook op de piste te vinden zijn. Zijn ze in de buurt? Laat dan weten welke pistes je voor die dag op de planning hebt staan en zeg met een vriendelijk gezicht dat je elkaar dan vást tegenkomt. Hetzelfde geldt voor bij het naar huis gaan. Vraag het kind of papa of mama ergens is. Zijn ze in de buurt, vertel dan aan de ouders wat je die dag allemaal gedaan hebt en vraag of ze de dag erna willen komen kijken.

Lukt het niet om de ouders ergens te pakken te krijgen? Vraag dan aan het kind of ze willen vragen of papa of mama de dag erna mee naar de skischool komt. Overigens kun je ook een berichtje sturen naar het telefoonnummer op de leskaart.

4. Ouders die overal commentaar op hebben

Deze ouders pik je er vaak op de eerste dag al uit. Bij de aanmelding zie je dat het kind met veel te korte (of juist veel te lange!) ski’s naar de les komt. Je legt aan de ouders uit dat de ski’s niet de juiste lengte hebben en vragen of ze andere ski’s kunnen regelen. Een veelgehoorde reactie is: “Ja, maar…”. Daar begint het al, deze ouders hebben op alles hun woordje klaar. Te korte ski’s? – Is juist makkelijk om bochten te maken! Te lange ski’s? – Op de groei gekocht voor de komende drie jaar.

Als jij met al je kennis en kunde aangeeft dat het echt beter is om ski’s van het juiste formaat te hebben, krijg je alweer een rake opmerking terug… “Hoezo skiën jullie nog geen rode pistes? En waarom zijn jullie niet daar en daar geweest? Waarom gaan jullie eigenlijk met die lift en niet met die andere?”.

Hoe ga je hiermee om?

Probeer aan deze ouders aan te geven dat jij weet waar je mee bezig bent. Je hebt een goede opleiding gevolgd en weet wat je moet doen. Leg bijvoorbeeld uit waarom het van belang is om passende ski’s te hebben en geef aan dat ze een paar ski’s kunnen huren bij de skiverhuur iets verderop.

Als het gaat over commentaar op de pistekeuze, leg je uit dat je een planning hebt gemaakt voor deze week die aansluit bij het niveau van de groep. Blijf hierbij rustig en professioneel. Belangrijk hierbij is dat je ouders het gevoel geeft dat je naar ze luistert, maar toch jouw mening voorop stelt.

5. De bloedfanatieke ouders

Deze ouders staan op de eerste dag al om 9.00 uur bij het trefpunt te wachten. Ze hebben er zin in! Gelijk duwen ze hun kinderen in jouw richting. De kinderen krijgen op het hart gedrukt dat ze goed hun best moeten doen en direct achter de skileraar moeten skiën. Oja, en al goed parallel skiën natuurlijk! De kinderen kijken hun ouders met grote ogen aan en knikken een kleine ‘ja’. Deze ouders vragen op de oefenweide al of de kinderen stokken nodig hebben, en kijken zichtbaar teleurgesteld als je vertelt dat ze die voorlopig nog niet gaan gebruiken. En als je ze tussendoor op de piste tegenkomt, duwen ze hun kind gelijk naar voren, want het plekje achter de skileraar is heilig…

Hoe ga je hiermee om?

Lastig is om deze ouders aan te spreken op hun fanatisme. Laat ’s morgens bij het trefpunt al vallen dat je er een superleuke dag van gaat maken. Ook als je ze tussendoor tegenkomt zeg je dat jullie zoveel plezier hebben. Zorg ervoor dat de kinderen goed meekomen met de groep en doe leuke dingen. Aan het einde van de dag laat je de kinderen tegen de ouders vertellen wat voor leuks ze allemaal gedaan hebben. Het belangrijkste hierbij is dat de kinderen plezier hebben, en dat ze ouders inzien dat dat veel belangrijker is dan de hele week moeten strijden.

6. Ouders die te hoge verwachtingen hebben van hun kind

Deze ouders zien graag dat hun kind in de allerbeste groep zit, en doen er dan ook alles aan om ze in die groep te krijgen. Het kind kan nog amper een pizzapunt maken maar ze proberen hem toch in een blauwe-pistegroep met stokken te krijgen… “Vorig jaar is hij ook al één dagje op de grote berg geweest dus hij kan nu zeker wel van de rode piste af hoor”. Als skileraar zie je dit gelijk voor je: eenmaal op de berg blijkt dat een paar bochten al teveel gevraagd is en zit jij met de ellende.

Hoe pak je dit het beste aan?

Om te voorkomen dat jij met de groep al op de berg staat en het blijkt dat één kind echt totaal niet mee kan komen, is het belangrijk om bij de groepsindeling helder te krijgen welk kind wat al kan. Vaak overschatten ouders hun eigen kind en vergeten ze daarbij dat hun kind al ruim een jaar niet meer op de ski’s gestaan heeft.

Vraag aan de ouders of ze al eerder in dit gebied geweest zijn. Zo ja, vraag dan waar hun kind vorig jaar op de laatste dag geskied heeft. Zo krijg je een beeld van het niveau van vorig jaar. Zijn ze nog niet eerder in het gebied geweest? Vraag dan of het kind bijvoorbeeld al zelfstandig met de sleeplift kan, of hij of zij al kan remmen/bochten kan maken en al een keer met een stoeltjeslift gegaan is. Zo zorg je ervoor dat je niet opeens met een volledige beginner bovenaan de berg staat.

Groepsindeling

Bij het indelen van de groepen zorg  je ervoor dat je samen met jouw collega’s de groepen eerst laat ‘voorskiën’. Dit geeft je een goed beeld van het niveau van de kinderen. Zie je dat het met één of twee kinderen echt niet gaat? Breng deze dan terug naar een lager niveau.

Wat je ook vaak ziet is dat een kind de eerste paar rondjes wel aardig mee kan komen, maar na lunch blijkt dat deze groep toch iets te hoog gegrepen is. Overleg met je collega’s of zij nog plek hebben in hun groep en zeg tegen het kind dat ze één rondje met de nieuwe juf of meester mogen skiën. Leg aan het kind uit dat die groep net iets rustiger gaat en ook iets minder steile pistes. Voor kinderen is het dan meestal opgelost, maar dan de ouders nog…

Vertel de ouders dat hun kind een beetje achterbleef bij de groep, en dat het beter op zijn plek is in de groep van je collega. Leg uit dat het voor een kind belangrijker is om plezier te maken in plaats van telkens achterop te raken en niet mee te kunnen komen. Vaak begrijpen ouders dit wel. Snappen ze het niet? Blijf dan rustig en vertel dat het ook voor het zelfvertrouwen van een kind goed is om een stapje terug te gaan.

7. Ouders die zelf niet kunnen skiën en geen idee hebben wat hun kind allemaal doet en leert

Ook deze ouders ga je ergens een keer tegenkomen… Ze brengen hun kind naar skiles en jij ziet het gelijk: een spijkerbroek en normale schoenen. Ze vertellen je direct dat zij zelf echt niet kunnen skiën maar het hun kind wel graag willen leren. Ze vragen je nog om te kijken of de skischoenen goed aangetrokken zijn en of ze ski’s lang genoeg zijn. Na een korte check zie je dat de skischoenen echt niet goed zitten en leg je uit hoe het wel moet. Ze wensen je veel succes en vragen waar ze de beste apfelstrudel kunnen eten, tot vanmiddag om 15.00 uur.

Hoe ga je hiermee om?

Bij deze ouders is het belangrijk dat je aan het einde van de dag vertelt wat jullie hebben gedaan en hoe alles gegaan is. Het heeft geen zin om te zeggen dat hun kind al heel goed is in pflugsteuern, want dat woord kennen ze natuurlijk niet. Leg in simpele taal uit dat hun kind bijvoorbeeld al goed bochten kan maken en daarbij zelf de ski’s al naast elkaar kan houden. Vertel ook waar je allemaal geweest bent en dat jullie veel plezier hebben gemaakt.

Voor deze ouders is het overigens erg leuk om af en toe wat foto’s en filmpjes te zien van hun kind in actie. Vraag van tevoren of ze het oké vinden dat je foto’s maakt van hun kind en stuur ze deze bijvoorbeeld via whatsapp. Zo krijgen ze een beetje een beeld van wat hun kind allemaal doet en meemaakt in de skischool.

8. Vergeetachtige ouders

“Trefpunt? Om 9.30 uur? Waar is dat trefpunt eigenlijk?”. Je staat al een tijdje te wachten met de groep tot het laatste kind ook aangehobbeld komt. Helemaal verwilderd kijken de ouders je aan. Je legt ze uit dat de middagpauze om 11.45 uur bij de gondel op het bergstation is maar ze kijken je nog steeds vrij wazig aan. Als dat maar goed gaat… Stipt op de afgesproken tijd sta je bij de gondel, maar de ouders zijn in geen velden en wegen te bekennen. Dan krijg je een telefoontje van de baas: of jij Pietje nog bij je hebt? Zijn ouders staan namelijk bij het middelstation te wachten, want daar zouden jullie toch pauze houden? Gelukkig komen ze snel naar boven en kunnen ze toch samen eten.

Na de pauze zeg je nog een keer dat je rond 15.00 uur weer bij de skischool bent. Dat moet toch lukken! Als alle kinderen zijn opgehaald, kijkt het kind je sip aan. Waar zijn papa en mama nou? Je belt direct de ouders op om te vragen waar ze blijven. Verschrikt nemen ze de telefoon op want ze waren helemaal de tijd vergeten en komen er gelijk aan…

Hoe ga je hiermee om?

Voor deze ouders is de skischool een hele opgave. Wie moet waar om hoe laat zijn? En met of zonder stokken? Als skileraar ben je natuurlijk altijd keurig op tijd op de juiste plaats, maar voor ouders is dit toch best lastig. Om te voorkomen dat jij en je groep iedere dag staan te wachten, kun je deze ouders het beste voor en na de les even apart nemen. Je vertelt ze rustig dat je morgen om 9.30 uur bij het trefpunt voor de skischool bent. Hierbij kun je nog specifieker zijn door bijvoorbeeld te zeggen dat jouw groep bij de blauwe vlag verzamelt. Voor de les vertel je dat ze om 11.45 uur pauze gaat houden bij de het restaurant. Handig is om hierbij de naam van het restaurant te vermelden.

Nog een extra tip: als je om 12.00 uur pauze gaat houden, zeg dan dat je er rond 11.50 uur zult zijn. Mochten de ouders dan iets te laat komen omdat ze de tijd weer vergeten zijn, heb je nog een beetje speling. Mocht ook dit niet helpen, kun je de ouders altijd halverwege de ochtend nog een appje sturen met alle informatie.

 

Share:

Facebook
WhatsApp
Email

Related Posts

Hoe overleef ik… een broekplasser?

Vóór en dóór sneeuwsportleraren is natuurlijk het motto van ons platform. Wij delen graag onze ervaringen met jou, middels onze ‘Hoe overleef ik…’ reeks. Deze

Techniekblog ‘Hochachse’

De mens heeft verschillende assen in het lichaam om mee te bewegen. Deze bestaat uit een verticale, frontale en sagittale as. Voor het correct uitvoeren