Hieronder lees je twee compleet verschillende manieren van feedback geven. Aan de ene kant een overrompelende stortvloed van technische begrippen en aan de andere kant een simpel abc’tje. Geen van beide is fout, geen van beide is perfect, maar in wat voor vorm moeten we dat dan gieten zodat iedereen het begrijpt en waardeert?
“Jantje heeft een solide basis om verder op te bouwen, echter schort het nog aan de timing van het afstoppen van de hoog-beweging met de dwars beweging richting dal gezamenlijk met de parasitaire beweging van de linkerarm bij afnemende centripedale krachten door de sterk torderende ski. Morgen oefenen we de transitie op een andere manier.”
“Het was leuk vandaag, hè!? Ben je er morgen weer bij? Ok, doeiiiiiii!”
Buiten het feit dat wij sociale en welgebekte dieren zijn, er vreselijk goed uitzien, goed gekleed zijn, gedoucht zijn, frisse adem hebben, goed materiaal hebben, goed voorbereid zijn, uitgeslapen zijn en een mooie muts op ons dak hebben, hebben wij nog een voordeel; wij hebben kennis en kunde. We kunnen deze kennis en kunde tijdens de contactmomenten met de klant benutten om deze te informeren over de voortgang van het object, zijn/haar kind.
Feedback geven
Weinig leraren geven na de les systematisch feedback, laten weten waar in het weekprogramma het object staat en brengen een plan voor de opvolgende dag over; laat staan dat ze dit herhalen aan het begin van de les. Zonde! Hier maak je het verschil, zo geef je aan dat je in control bent.
Een klant wil alleen het probleem kort weten in huis-tuin-en-keuken-ski-taal en een vervolgplan, ze vragen jou in principe om jouw competentie. Ik kijk de laatste afdaling wat elk object niet goed doet en verpak dat in hapklare tekst voor de klant. Bijvoorbeeld: ‘Object heeft super zijn best gedaan! In de bocht naar links, in de auslöse-fase, moet de beweging naar voren nog groter; maar morgen proberen we dit door een sinaasappel te persen met onze scheenbenen. Komt helemaal goed, tot morgen object!’
Hoe geven we het beste feedback?
Er is een achterliggende gedachte. Het rijtje voor feedback geven is als volgt: Waar, wanneer, wat en hoe. Waar: welke bocht? Wanneer: welke fase van de bocht? Wat: welke beweging betreft het? Hoe: welke aanpassing moet gedaan worden? Een simpele en treffende analyse van mogelijke fouten. Het leuke eraan is ook dat je alles afdekt, weinig vragen na afloop! Hamburger techniek niet vergeten, altijd lief beginnen en afsluiten! 🙂
Al geef je de klant feedback op een gestructureerde manier, geef je duidelijk je competenties aan als skileraar. Stel je eens voor, jouw object heeft pianoles en je hoort alleen maar dat het ‘wel goed ging’ of ‘wat was het buiten mooi weer hè’. Niet informatief en je twijfelt eraan of er tijdens de les alleen naar buiten is gekeken.
Mijn tip: Kijk eens naar jezelf vanuit het perspectief van de klant, wat zou jij willen weten over de les van jouw object? Het weer en de sneeuw kan iedereen zien…